De huisarts is de spil in het zorgsysteem. Je gaat er heen voor een voetwrat, maar hij of zij is er ook om je te begeleiden als het helemaal niet goed gaat. Het is de zorgverlener die je uiteindelijk het beste kent en waar je ook – als het goed is – het makkelijkst een afspraak mee maakt. Kortom: zorg dicht bij de patiënt. De Zuidwester heeft twee huisartsen gevraagd naar hun blik op zorg in Transwijk en op Kanaleneiland. Huisartsen Ria van Bodegom en Vanda Primec hebben gezamenlijk meer dan vijftig jaar ervaring met huisartsenzorg op Kanaleneiland. Ze hebben de wijk zien veranderen en zien de toekomst positief in. Maar ook maken ze zich zorgen, zeker wat betreft de oudere bewoners in de wijk, vaak van niet-westerse afkomst. Bedenk dat een groot deel van hen geen Nederlands kan lezen of schrijven, ook al spreken ze het soms nog wel redelijk. Ook wonen er in Zuidwest in verhouding meer mensen met een slechte gezondheid. Desondanks laat de zorgmonitor uit 2018 zien dat de zorgbehoefte van volwassenen en ouderen in de gehele wijk Zuidwest grotendeels overeenkomt met het Utrechtse gemiddelde. Acht op de tien volwassenen en ouderen in Zuidwest bezoeken de huisarts en bijna zes op de tien ontvangen medisch specialistische zorg. Inmiddels is het 2021 en leven we al een jaar met de coronapandemie. In de zorg voor coronapatiënten, maar ook bij het vaccineren, spelen de huisartsen een grote rol.

 

SAMENWERKING BELANGRIJK

Wat is hun ervaring met de zorgvraag in hun buurt? Vanuit Gezondheidscentrum Kanaleneiland aan de Bernadottelaan spraken we Ria van Bodegom, tevens voorzitter van de Stichting Kanaleneiland GEZond, opgericht in 2010 als een samenwerkingsverband van beide gezondheidscentra en voor alle bewoners van het Eiland. Ria: “Doel is het in de ruimste zin stimuleren, faciliteren, aanbieden en ondersteunen van geïntegreerde eerstelijnszorg in de wijk.” Wat dat betekent boven de diensten die een gezondheidscentrum al biedt, licht Ria met een concreet voorbeeld graag toe. “We werken samen met de buurtteams, Sociaal (voor volwassenen) en Jeugd en Gezin (voor mensen met kinderen). Vaste buurtteammedewerkers zijn wekelijks aanwezig in ons centrum. Als voor sommige patiënten de stap naar het buurtteam te groot is, schept het vertrouwen als dat in het gezondheidscentrum is, waar de eigen huisarts ook nog persoonlijk aan de buurtteammedewerker kan uitleggen waarvoor de patiënt komt. We willen ook mét mensen praten en niet over de mensen. We zijn open over wat ons zorgen baart en waarvoor we de mensen hulp gunnen.” “Daarnaast hebben we eens in de zes weken overleg met alle organisaties in de ouderenzorg: thuiszorgorganisaties (waar ook de casemanagers dementie werken), de specialist ouderengeneeskunde, Attifa (met aanbod voor met name Marokkaanse ouderen) en AxionContinu (met aanbod voor alle ouderen, ook Turkse ouderen) en informele zorg om vrijwilligersorganisaties en patiënten bij elkaar te brengen en naast de huisartsen zelf ook hun praktijkondersteuners, die zich richten op het inventariseren van de zorgbehoefte van de oudere patiënten. Die zorg kan dan door de huisartsenpraktijk of de andere organisaties geleverd worden. Het buurtteam ontbreekt ook hier weer niet: heeft iemand een probleem met de administratie, moet er andere woonruimte gezocht worden en kunnen mensen dat niet zelf, dan is het buurtteam de aangewezen partij hiervoor. Door alle samenwerking die we hebben, leveren we echt betere zorg is mijn overtuiging.”

 

AANPAK GESTAPELDE PROBLEMATIEK

“Bij complexe zorgvragen speelt vaak gestapelde problematiek”, zo vertelt Ria, “niet alleen suikerziekte of armoede op je veertigste, of alleen ernstig overgewicht op je dertigste of angst en depressie op je vijftigste, maar een aantal van deze problemen samen bij één patiënt. Mensen met een lager opleidingsniveau leven gemiddeld korter en in minder goede gezondheid dan mensen met een hogere opleiding. Met extra tijd en aandacht proberen wij patiënten beter te helpen, wat ook de totale zorgkosten drukt. Dat mes snijdt aan twee kanten. Zo bieden wij een consult van vijftien minuten in plaats van de gebruikelijke tien minuten en als dat geen goed beeld oplevert van wat er allemaal speelt bij iemand, nemen we de tijd om op medisch, psychisch, sociaal en maatschappelijk gebied te inventariseren hoe het met iemand gaat, het zogenaamde 4-domeinen model. Dan blijkt bijvoorbeeld dat iemand schulden heeft en daardoor depressief is, in de ziektewet zit, en zo in een negatieve spiraal zit waar hij of zij zelf niet uit kan komen. De huisarts richt zich op de hulpverlening voor de depressie en voor de maatschappelijke problemen stellen we dan voor het buurtteam erbij te vragen. Deze uitgebreidere huisartsenzorg wordt bekostigd door het project Krachtige Basiszorg, waar onder andere de gemeente, maar ook een grote zorgverzekeraar bij betrokken zijn.”

 

ACHTERSTAND DOOR DIGITALISERING

Huisarts Vanda Primec doet niet mee aan dit project. “Daar komen wij helaas niet voor in aanmerking. Wel werken wij veel samen met bijvoorbeeld de wijkcoöperatie en ook wij hebben verschillende projecten lopen. Een project waar ik bij betrokken ben is ‘digi-wijkcoaches’. Veel zaken rondom zorgverlening en welzijn gaat nu digitaal en veel mensen zouden dat ook wel willen, maar het lukt ze niet. De digitale wijkcoaches zijn opgeleid om te helpen met praktische dingen zoals een account aanmaken of bijvoorbeeld online medicijnen bestellen. Verder doen we onderzoek, samen met Pharos en ZonMW, naar stress in de wijk. Een van de grote stressfactoren is digitalisering van de maatschappij en zo krijg je achterstand, ook gezondheidsachterstand. Dus wat we proberen is te voorkomen dat er een kloof ontstaat tussen mensen die wel digitaal vaardig zijn en diegenen die dat niet zijn.

 

VERMINDERDE GEZONDHEIDSVAARDIGHEDEN

De wijk is aan het veranderen en dat is ook te zien in de huisartsenpraktijken. Door nieuwbouw en renovaties is de demografie veranderd en zijn er meer jonge mensen naar Zuidwest gekomen. “We hebben naar verhouding veel meer mensen tussen 20 en 35 jaar in ons patiëntenbestand en daarnaast ook relatief veel ouderen die wonen in woonzorgcentra De Bijnkershoek en Hof van Transwijk”, aldus Van Bodegom, “maar we hebben nog steeds, in verhouding tot de rest van de stad, meer mensen met een migratieachtergrond, Marokkaans, Turks en Syrisch. Ik vermoed dat dat de grootste groepen zijn van mensen met verminderde ‘gezondheidsvaardigheden’. De laatste jaren zien we ook veel Indiërs, bijna allemaal werkzaam in de ict, die met hun jonge gezin hier zijn komen wonen en vaak na een aantal jaren ook weer wegtrekken, onder andere naar de omliggende gemeenten en Leidsche Rijn.”

 

CORONA

Tot slot komt Van Bodegom nog even terug op de situatie rond corona. “Het opkomstpercentage voor de COVID-vaccinatie bij ons is voor de 64 en 65 jarigen slechts dertig procent. Met name bij oudere migranten bestaat een groot wantrouwen naar het vaccin. Helaas, want om allerlei redenen (klein behuisd, geen banen die je gemakkelijk thuis kan uitoefenen, informatieachterstand) treft COVID hen ernstiger dan de hoger opgeleide Nederlander”. Primec herkent zich in dat beeld, ook bij haar is de opkomst voor het vaccineren ongeveer gelijk, een lage opkomst dus. De meeste informatie over vaccins krijgen mensen via de digitale weg, maar ook van familie en bekenden. Als die informatie niet juist is, kunnen mensen die digitaal minder vaardig zijn dit niet nagaan. Primec: “Er is een kloof ontstaan tussen mensen die wel en niet (goed) geïnformeerd zijn. Digitalisering is de toekomst, dat valt niet meer tegen te houden. Die informatiekloof bestaat weliswaar al een tijd, maar wordt steeds groter. Zaak dus om daar wat aan te doen!”