19 mei 2023 – “Wat vind jij nou, nu je drie jaar in Nederland bent?” Ik sta even te kletsen met Sancho op het speelveld. Hij komt ook uit Griekenland, zelfs van hetzelfde eiland. “Hm. Eigenlijk is het hier heel fijn. Altijd een warme plek om te slapen, iedere dag brokjes én snoepjes, aaitjes in overvloed en er komen ook regelmatig vrienden spelen bij mij thuis. Best gezellig. Maar dat weer. Dat wéér. Altijd maar nat!” “Waar heb je het over?” Doris komt even langs, “Nat is leuk! Dan zijn er plassen om in te springen!” “Jij vindt nat leuk?” vraag ik. “Ja! Plassen zijn echt superl… Wacht, ik zie mijn bal vliegen. Tot straks”
“Rare hond,” vind ik. “Ja,” zegt Sancho. “Wie houdt er nou van nat. Dat was vroeger echt wel beter. Altijd droog.” “Maar wel warm,” voeg ik toe. “Vreselijk warm. En je wist nooit wanneer er eten was en een dekentje over je heen als het koud was, kon je helemaal wel vergeten.” “Daar heb je een punt. Maar het blijft verschrikkelijk om in de regen naar buiten te moeten. Ruik jij trouwens ook worst?” “Worst!!!!” Samen met Sancho gaan we op een drafje naar de worst toe. Niet te snel, want dan kan je als onbeleefd gezien worden, maar ook niet te langzaam, want misschien is het dan wel helemaal op. Even mezelf tussen de andere honden wurmen, netjes gaan zitten en voor de zekerheid maar alvast een pootje geven en mijn hoofd een beetje schuin. Wie weet krijg ik dan wel meer. Vroeger op het Eiland werkte het namelijk vaak wel bij mensen. Kreeg ik een extra groot stuk brood. Hard nodig als je geen huis hebt om in te slapen.
“Zeg Sancho, had jij eigenlijk een huisje op het Eiland?” “Niet echt. Of nou ja, ik woonde daar met mijn moeder en al mijn broertjes en zusjes en we mochten nooit naar binnen. We hadden ook geen eigen etensbakje, maar kregen af en toe een grote berg eten die we maar moesten delen met zijn allen. Ik heb daar geleerd om heel snel te eten. Want wat ik in mijn buik heb, kan niemand anders meer in zijn buik krijgen.” “Dat is nu dus wel beter.” “Ja. Eigenlijk wel. Maar nog steeds eet ik altijd maar zo snel mogelijk, want je weet nooit wanneer het eten weg is, hoewel ik eigenlijk wel weet dat er nieuw komt, maar voor de zekerheid.” “Voor de zekerheid ja. Ik snap het. Daarom kom ik ook altijd als iemand snoep in de zak heeft.”
“Maar eigenlijk is het best prima hier.” “Alleen die regen…” “Ja, Sancho, nu weten we het. Die regen. Misschien moet je je mens eens vragen om een regenjas. Heb ik ook en dat is zo fijn!”