12 februari 2022 – Sinds oktober is het team van wijkagenten voor Kanaleneiland en Transwijk weer op volle sterkte. Wij spraken met drie van hen, te weten Bert Schaafsma (Transwijk), Tuncay Aykan (Kanaleneiland Noord) en Jaron Groenhart (Kanaleneiland Zuid).
Alle drie hebben bewust voor de wijk gekozen. Kanaleneiland en Transwijk zijn uitdagende wijken, en daarom gewild bij veel agenten. Tuncay werkt al sinds 2007, met een onderbreking van een jaar op bureau Paardenveld, op bureau Marco Pololaan. Sinds 2021 als wijkagent in Noord. Jaron werkt sinds 2017 op bureau Marco Pololaan, sinds 2019 als wijkagent in Zuid. Bert heeft, een korte periode tijdens zijn opleiding daargelaten, altijd in het ‘buitengebied’ gewerkt, de laatste jaren in Zeist. Hij is sinds 2021 wijkagent in Transwijk.
UITDAGINGEN
Tuncay noemt Kanaleneiland een pittige wijk. “Kanaleneiland heeft me altijd getrokken vanwege de dynamiek, de diversiteit. Spannende en leuke meldingen, iedere dag nieuwe uitdagingen. Ik heb ook het gevoel dat we hier echt een verschil kunnen maken. Allemaal redenen waarom ik juist hier zo graag wijkagent wilde worden.” Jaron heeft vergelijkbare redenen om in de wijk te werken. Na vijf jaar Zeist was Bert wel toe aan nieuwe uitdaging. “Ik word graag geprikkeld en uitgedaagd en toen er een aantal vacatures voor wijkagenten in Kanaleneiland en Transwijk voorbijkwamen, heb ik niet geaarzeld.”
Dat de functie van wijkagent alhier populair is onder politiemensen blijkt wel uit het feit dat het aantal sollicitanten groot was. Er was daarom een stevige sollicitatiecommissie samengesteld met één bijzonder lid, namelijk Omar Berkane, wijkbewoner en een van de mensen achter het OntwikkelcentrumUtrecht. Omar kent de wijk en hij kent, vanuit zijn werk bij het Ontwikkelcentrum, de probleemjongeren.
LUISTEREN
Misschien geen gebruikelijke procedure, maar Jaron is positief. “De politie wil graag onderdeel zijn van de netwerken in de wijken. Dan is het niet zo’n rare gedachte om de wijk ook af en toe binnen te laten in de organisatie.” Bert is het daar geheel mee eens: “Als politie luisteren wij naar wat de wijk nodig heeft. Omar is een van de mensen die weten wat de wijk nodig heeft. Hij kijkt met zijn eigen blijk naar de kandidaten.”
Tuncay kent de wijk al heel lang; Jaron en Bert hebben zich beiden van te voren verdiept in de wijk. De wijk kent meer dan genoeg problemen, maar er is ook veel positiefs gaande. Dat trok hen beiden aan. Jaron daarover: “Ik hou van een wijk met uitdagingen, maar als er geen perspectief zou zijn, geen gevoel dat er stappen worden gezet, dan zou ik wellicht minder enthousiast zijn geweest. Als ik de verhalen over de wijk hoorde uit de periode voordat ik hier kwam en ik zie de situatie nu, dan is er een enorme verbetering.” Voor Bert geldt hetzelfde: “Ik heb me, voor ik ging solliciteren, verdiept in de geschiedenis van de wijk en heb de verhalen gehoord over hoe de wijk er twintig jaar geleden voor stond. Dan staat de wijk er nu zoveel beter voor.”
GROOT NIEUWS
Dat de wijk hen echt aan het hart gaat blijkt ook wel uit het feit dat ze zich er alle drie aan storen dat de buitenwereld meteen staat de wijzen als er iets misgaat, maar dat er veel minder aandacht is voor de positieve ontwikkelingen. “De rellen aan de Rijnbaan waren meteen groot nieuws, maar kijk ook eens naar de positieve ontwikkelingen”, zegt Tuncay. “Voorheen was er veel agressie, ook richting politie. Je moest vaak met meerdere mensen naar een melding. Er zijn veel inhaalslagen gemaakt. We hebben de wijk naar ons toegetrokken, de samenwerking met zowel betrokken bewoners als met partners in de wijk – het wijkbureau, JOU, de buurtvaders, de moskeeën, om er een paar te noemen – is heel veel beter geworden.”
Jaron herkent dit beeld maar al te goed, zelfs tijdens de rellen aan de Rijnbaan. “De buurt stond op. Wij vinden hier wat van. Mensen spraken zelf de jeugd aan, jongeren die overigens voor het grootste deel niet uit de wijk kwamen. De tweede dag kwamen buitenstaanders er ook niet meer in. ‘Woon jij in de wijk? Nee? OK, wegwezen.’ Prachtig om te zien hoe de bewoners hun verantwoordelijkheid pakten.”
Ook Bert zou graag wat meer aandacht zien voor mooie dingen in de wijk. “Het is wel jammer dat je, als het om Transwijk en Kanaleneiland gaat, steeds moet uitleggen dat het om een kleine groep overlastveroorzakers gaat, terwijl dat ergens anders vanzelfsprekend is. Er ligt een vergrootglas op. Ik heb ook de andere kant leren kennen. Ik heb op veel plekken gewerkt, maar als ik zie hoeveel mensen hier bij de wijk betrokken zijn. Als er dingen geregeld moeten worden, bijvoorbeeld voor de jeugd, dan zijn er altijd mensen beschikbaar. Dat heb ik tot nu toe nergens zo gezien. Er wordt zoveel gefaciliteerd. Men staat naast de jeugd.”
RENOVATIES
De politie draagt ongetwijfeld bij aan de verbeteringen in de wijk, maar de wijkagenten willen zeker niet alleen de eer opeisen. Jaron noemt als voorbeeld de renovaties. “Wat mooi is, willen mensen mooi houden. Als het allemaal een grote rotzooi is, waarom zou je dan je best doen? Nu spreken mensen eerder anderen op hun gedrag aan.”
Tuncay vult aan: “Vuil op straat draagt bij aan een gevoel van onveiligheid. We zien tegenwoordig dat mensen illegaal gedumpt afval eerder melden en het wordt ook eerder opgehaald, al zullen er ook mensen zijn die vinden dat het nog niet snel genoeg gaat. Melden is ook veel makkelijker gemaakt.”
Hij ziet nog een extra pluspunt van de renovaties: “Er wonen nu ook mensen op de begane grond van de flats. Vroeger waren dat allemaal blinde muren. Het lugubere is weg. Mensen voelen zich veiliger als ze daar lopen.”
Voor Bert, als wijkagent voor Transwijk, maakt het een groot verschil dat de tippelzone dicht is, maar ook daar blijft volgens hem genoeg te doen. “Transwijk heeft veel jeugd. Dat levert meldingen op, overlast. Veel jongeren die met lachgas achter het stuur stappen en een aanrijding veroorzaken of die in portieken samenscholen. Sinds een klein jaar kent Utrecht een lachgasverbod, dus we kunnen een stuk beter handhaven.”
Al met al vinden onze wijkagenten Kanaleneiland en Transwijk prachtige wijken om te werken. Genoeg werk om het leven een beetje spannend te houden, maar vooral ook veel positieve ontwikkelingen om optimistisch te blijven.